การพูดถึงอดีต

โครงสร้างคือ          S + Vช่วย + O + Vอดีต

เช่น Ik ben gisteren naar Amsterdam geweest.

Wij zijn om 17.00 uur naar huis gegaan.

Mila is twee jaar geleden naar Nederland gekomen.

 

Vช่วย = zijn, heb, ben — จะเปลี่ยนรูปไปตามประธาน

Vอดีต = ge + stam + t หรือ d  — จะไม่เปลี่ยนรูปตามประธาน

‘t ex-kofschip

ถ้าเป็นคำที่ลงท้ายด้วยคำเหล่านี้ เมื่อทำให้เป็นรูปในอดีต ให้ใช้ ge + stam + t

ที่เหลือ ให้ใช้ ge + stam + d

— คำที่ลงท้ายด้วย -z เมื่อเปลี่ยนเป็นรูปอดีต ให้ใช้  -sd

— คำที่ลงท้ายด้วย -v เมื่อเป็นอดีต ให้ใช้ -fd

— คำที่ขึ้นต้นด้วย ge-, be-, ont-, ver-, her-, er- พอเปลี่ยนเป็นอดีต ไม่ต้องใส่ ge- นำหน้าอีกแล้ว

ตัวอย่าง

-A-

-B-

bellen  —  gebeld

blijven  — gebleven

beginnen  —  gegonnen

-C-

-D-

* doen  — gedaan

dalen  —  gedaald

-E-

eten — gegeten

* ervaren  — ervaren

-F-

fietsen — gefietst

-G-

* geven  —  gegeven

* gebeuren — gebeurd

* gebeginnen  — gegonnen

gaan  —  gegaan

-H-

halen  — gehaald

* herhalen — herhaald

-I-

-J-

-K-

kosten  — gekost

kennen  — gekend

koken  — gekookt

komen  —  gekomen

kijken  —  gekeken

klagen  —  geklaagd

-L-

leven  —  geleefd

luisteren  — geluisterd

leren  — geleerd

-M-

maken  — gemaakt

mailen  —  gemaild

missen  — gemist

-N-

-O-

* ontmoeten  — ontmoet

-P-

praten  —  gepraat

pakken  — gepakt

proeven  —  geproefd

-Q-

-R-

reizen  — gereisd

-S-

studeren  — gestudeerd

stoppen  —  gestopt

slagen  —  geslaagd

stijgen  —  gestegen

-T-

trouwen  — getrouwd

-U-

-V-

* veranderen  — veranderd

*vertellen  — verteld

-W-

werken — gewerkt

wonen  — gewoond

waaien  — gewaaid

watchten  — gewatcht

worden  — geworden

-X-

-Y-

-Z-

*  zijn — geweest  (พอเป็นอดีต เขียนต่างไปเลย เป็นข้อยกเว้น)

zeggen  — gezegd

zetten  — gezet

zakken  —  gezakt